De Flevolander is het ideale moederdier om driemaal in de twee jaar lammeren groot te brengen. Bij voorkeur wordt de Flevolander ooi hiervoor gekruist met een slachtlam vaderdier als bijvoorbeeld de Charollais. Deze kruising geeft lichte lammeren, die over het algemeen gemakkelijk geboren worden.

Deze lichte lammeren zijn echter wel erg helder en hebben een grote levenslust. Dankzij de Charollais vader kunnen de lammeren vervolgens heel snel groeien.

De kruislinglammeren worden veelal op stal afgemest, of gaan in het voorjaar de weide in. Deze laatste methode is een goedkopere werkwijze, maar kost wel wat meer tijd en vanwege het risico op parasieten ook meer management.

 

Dit jaar hebben wij een geheel nieuwe methode geprobeerd.

De ooien met de lammeren zijn in april naar buiten gegaan en iedere veertien dagen omgeweid op een nieuwe weide.

Zodra de lammeren serieus begonnen te grazen, zijn de moeders met de lammeren naar een kruidenweide verhuisd.

Ieder weekend werd de draad een stuk opgeschoven en kregen de dieren de beschikking over een vers stuk.

Ook de achterdraad werd iedere week verschoven, tot aan het veld waar de schapen de afgelopen week hadden gegraasd. De dieren verbleven dus maximaal twee weken op hetzelfde stuk.

De kruidenweide bestaat uit verschillende soorten klavers, chichorei, smalle weegbree, esparcette, luzerne  en verschillende grassoorten. Bij de eerste keer inscharen, waren wij vanwege de enorme bladmassa wel even ongerust of de lammeren dit zouden verdragen. Het heeft geen problemen gegeven: de lammeren aten de kruiden en de grassen met ontzettend veel smaak en hebben het bijzonder goed gedaan.

 

Na het spenen zijn de lammeren in de kruidenwei gebleven en de ooien teruggebracht naar een (schraal) grasperceel om op te drogen. Lammeren kunnen prima groeien op goed grasland, maar wij hebben wel het idee dat ze op een kruidenwei een veel gevarieerder menu voorgeschoteld krijgen en het daardoor zo goed doen. De lammeren zijn tussen de vier en vijf maanden afgeleverd en in de loop van september hadden we geen lammeren meer om in de kruidenwei te grazen.

 

Vlak na de opkomst begin april stond er een foto in de plaatselijke krant, waarop acht hazen zich tegoed deden aan de jonge chichorei.

Ook daarna is de grote biodiversiteit opvallend gebleven en leuk om te zien. Verschillende soorten bijen, vlinders, sabelsprinkhanen en nog veel meer insecten zorgen vooral ’s avonds voor een prachtig plaatje. Wij kunnen bijna niet wachten om de kruislinglammeren volgend jaar opnieuw in de kruiden te weiden!